Zoals jullie (misschien nog niet) weten post ik hier mijn ervaringen, bedenkingen, bewonderingen, gedachten en avonturen op één pagina a.d.h.v. reflecties. Ik wil er al meteen invliegen, want ik heb al een heleboel te vertellen. Voordat we naar Zuid-Afrika vertrokken kregen we de opdracht om onze kwaliteiten en werkpunten als leraar op te sommen. Doorheen onze volledige opleiding reflecteerden we steeds a.d.h.v. de basiscompetenties van een leerkracht. Deze blijven natuurlijk belangrijk. Hierbij wil ik concreet verder bouwen op ‘leerkracht als innovator’ (ik wel verder openstaan voor verschillende en innovatieve werkvormen, materialen en methodes), ‘leerkracht als organisator’ (ik weet dat dit in Zuid-Afrika helemaal anders verloopt en wil hier de gulden middenweg in zoeken) , ‘leerkracht als lid van het schoolteam’ (inzetten in vergaderingen, activiteiten, overlegmomenten...) en ‘leerkracht als inhoudelijk expert’ (Engels sprak me voordien al sterk aan en ik wil me hierin verdiepen) naast de andere competenties. We komen in een andere context terecht en worden ook geconfronteerd met een andere taal. In mijn geval sluit dit zeer sterk aan bij m’n project, net omdat we Engelse les geven. Hier ga ik straks verder op in. De Engelse taal interesseert me al langer dan vandaag en staat me zeker niet in de weg. Ik neem initiatief en kan me op een goede manier uitdrukken. Ik zie een kans om hier in te groeien, zowel in het lesgeven als in de contacten met leerkrachten, locals enzoverder. Voor deze specifieke stage in het buitenland werken we ook rond de internationale competenties. Deze doelstellingen sluiten aan bij de nieuwe context waar je in terecht komt en bundelen de verschillende elementen. Naast die taalvaardigheid kom je ook andere culturen, gewoonten, waarden en normen tegen. Doorheen m’n reflecties zal ik verwijzen naar deze competenties door de juiste cijfercombinatie tussen haakjes toe te voegen. Ons project, in samenwerking met de VVOB, spitst zich toe op de overgang naar grade 4. Tot en met grade 3 krijgen de leerlingen de lessen in hun moedertaal (Setswana en Sesotho) en worden de eerste stapjes in de Engelse taal gezet. Vanaf grade 4 worden alle lessen in het Engels gegeven en dit loopt voor de leerlingen soms zeer moeizaam. Ze beheersen de taal nog niet voldoende en begrijpen hierdoor vaak de inhoud van de les niet. Wij zetten in op de lessen Engels en denken na over taalgericht vakonderwijs en een krachtige taalleeromgeving. We kunnen dit zeker terugkoppelen naar België waar we merken dat vele leerlingen niet het Nederlands als moedertaal hebben. Hier is het ook belangrijk om deze leerlingen te begeleiden en de taal geen barrière te laten vormen. Tijdens de eerste week maakte ik kennis met de drie klassen (4A, 4B en 4C) en probeerde ik zoveel mogelijk te observeren en te participeren. De school kampt echter met een probleem, waardoor dit soms niet lukte en ik mijn observatie- en situatieanalyse nog niet zo grondig kon uitwerken. Ze hebben namelijk geen leerkracht voor Maths en SS (social science) waardoor de klassen vaak alleen zijn. Ja, zelfs tot drie uur lang… De leerkracht Engels (mijn mentor) vindt dit, samen met de andere leerkrachten van grade 4, zeer jammer en probeert soms in te springen. Zo splitsten we eens op en gaf ik reeds deze week m’n eerste lessen (4.4). Naargelang het einde van de week merkte ik echter dat ook deze leerkrachten vaak te laat komen en hun leerlingen tot 30 minuten lang alleen laten in hun klaslokaal. Na tal van gesprekken met verschillende leerkrachten kwam ik er al snel achter dat het leven als leerkracht in Zuid-Afrika geen lachertje is. Je staat dagelijks voor verschillende klassen van gemiddeld 45 leerlingen, wordt niet goed betaald en wordt gezien als de oorzaak van de slechte resultaten van de leerlingen, ook al doe je echt je best. Ik begrijp hun context volledig en probeer me hier dan ook in te leven. Ze vinden het ook zeer fijn om verhalen te horen over België en zo te merken dat ook wij met gelijkaardige didactische problemen zitten, vooral op vlak van taal (2.1/2.2).
Nadat ik toch een drietal lessen kon observeren, merkte ik al snel dat de leerlingen veel fouten maakten tijdens het schrijven. Ze kennen de gepaste schrijfwijzen vaak niet en zelf als ze een zin van het bord moeten kopiëren, sluipen er fouten in. Omdat ik ook al snel alleen voor de klas stond, speelde ik in op de tekst die ze hadden gezien en zorgde voor een klein dictee als een herhaling (4.4). Ik vroeg hen ook naar zaken die ze graag doen, eten of zien en stak ook hiervan enkele voorbeelden in. Ik kwam al snel aan 10 woorden en liet hen oefenen. Verbeteren is in deze school zeer belangrijk, dus wou ik hier ook aan voldoen. Ik zag de mogelijkheid om de leerlingen ook eens zelf te laten verbeteren en liet hen het dictee van hun buur nakijken. A.d.h.v. die verbetering leerde ik hen ook kennismaken met het puntensysteem. Hoeveel heb je op 10 als je twee fouten hebt? Hoeveel heb je op 10 al je 5 fouten hebt? Niet slecht denk ik, als ze al zo lang geen wiskunde meer hebben gehad… Ik toonde alles voor op het bord en liet hen zelf met een andere balpen hun buur helpen. Vele leerlingen vonden dit zeer fijn en deden echt hun best om zo mooi mogelijk te schrijven. Om ook het klassieke onderwijzen en het steeds stilzitten eens te doorbreken, nam ik de kans om ook de uitspraak van de woorden goed in te oefenen. Ik splitste de woorden samen met de klas in lettergrepen en liet die luidop klappen, stampen en springen (4.6). Er mocht ook telkens één leerling naar voor komen om het juiste voorbeeld voor te tonen. Hiermee wou ik hen sterk benadrukken dat ze wel degelijk Engels kunnen en niet mogen opgeven. Positieve feedback is volgens mij een belangrijk element om het leerproces van een kind te bevorderen (4.1/4.3). Om mijn leerrijke week af te sluiten, woonde ik op vrijdag een eerste meeting in de staffroom (leraarskamer) bij. Na 30 minuten wachten, en bijna te vertrekken samen met de andere leerkrachten, kwam de deputy (die nauw samenwerkt met de directrice) binnen. Ze maakte meteen duidelijk dat het om iets belangrijks ging en dat iedereen best zou luisteren. Gelukkig sprak ze in het Engels, want hoe hard ik het nu ook al probeer, Setswana is echt niet gemakkelijk om te volgen en te begrijpen. In mijn stageschool (Gonyane Primary school) werken ze met een SGB, een team dat in contact staat met de ouders en dan ook de nodige communicatie regelt. Dit team wordt om de drie jaar verkozen zodat alle leerkrachten hier eens mee in contact komen. Tijdens deze vergadering zouden de nieuwe leden verkozen worden a.d.h.v. een open stemming, maar wanneer de nominaties zouden starten, werd het meteen muisstil. Ik dacht terug aan het gesprek dat ik eerder deze week had met een leerkracht uit grade 5. Ze maakte me duidelijk dat ze soms door de bomen het bos niet meer ziet en iedere dag met bergen werk naar huis gaat. De leerkrachten hebben nu al te veel werk, dus waarom zouden ze nog spontaan mee werken met de SGB? Na enkele lange stiltes en aanmaningen van de deputy werden er uiteindelijk enkele leerkrachten uitgekozen. Enkele leerkrachten gaven hun mening mee (wel in hun eigen taal) en waren het er duidelijk niet mee eens. Er werd gestemd en na wat mompelen werden de leden uitgekozen. Ik merkte een bedrukte sfeer bij de vrouwelijke leerkrachten, omdat er vier mannelijke en één vrouwelijke leden gekozen werden. Ik vroeg hen waarom ze zelf niet wilden meedoen en kreeg het verwachte antwoord: we hebben het al zo lastig. Ik wilde hier op verder gaan, maar m’n vervoer stond op me te wachten. Ik hoop hier volgende week nog wat meer op in te gaan (1.3). Zo, dit was mijn eerste week in Gonyane Primary School in Phahameng, Bloemfontein. - L.L.
0 Reacties
|
AuteurIk ben Lore Lemahieu, laatstejaarsstudente lager onderwijs aan VIVES campus Brugge. Archieven
April 2018
Categorieën |