Beste bloglezers, Na alweer twee goedgevulde schoolweken blik ik met plezier even terug op mijn laatste stage-ervaringen. Vanuit onze hogeschool kregen we naast het lesgeven ook de opdracht om twee projecten uit te werken (en natuurlijk uit te voeren) in onze stageschool. Hierbij keek ik naar de noden van de school, van de leerkrachten in grade 4 en natuurlijk ook van de leerlingen en ging ik hiermee aan de slag. Wat zijn hun bekommernissen? Waar willen ze graag in groeien? Waar zien ze mogelijkheden? Ik merkte al gauw dat mijn mentor wat didactisch materiaal te kort had. Hij vroeg vaak aan een leerling voor een lat of schaar en gebuikt geen schooltas. In de klas zijn wel wat materialen aanwezig; zoals rode balpennen, wit krijt, bordenwissers, lijmstiften en schoolboeken. Dit is natuurlijk bedoeld voor de leerlingen, ook al voldoet het zelfs niet aan de grote omvang van de groepen. Ik vroeg me af hoe ik hem kon ondersteunen en stond even stil bij m’n vorige stages in België. Daar gebruik ik een kleine curverbox met (voor mij) al het nodige klasmateriaal. Je kunt het zo wat mijn teacher-toolbox noemen. Gedurende de eerste stageweken gebruikte ik verschillende materialen en vroeg ik ook aan m’n mentor wat hij zeker handig zou vinden. Zo ontstond de teacher-toolbox, the south-african edition! Naast de standaardspulletjes zoals een lat, schaar, (kleur)potloden, gum, perforator, stickers, woordkaarten, kleurkrijten enzoverder… zitten er ook 7 language games in. Hiermee probeerde ik wat in te spelen op het verstikkende curriculum en de gedeelde inzichten met de bezoekende docenten. De leerkrachten voelen zich gevangen in de opgelegde regels en geven vooral frontaal les. Met deze games wil ik aantonen dat het ook op een andere, leuke en educatieve manier kan. Het is altijd fijn voor de leerlingen om te werken met appetizers. Het stimuleert hen, zet hen even in beweging en je blijft werken aan het curriculum. Drie dikke vliegen in één klap! Mijn tweede project ging hierop verder en liep wat samen met m’n eerste. Ik zag meteen dat m’n stageklassen (4a,b en c) zeer leeg waren. Lege muren, geen prenten en enkel een groot krijtbord. Ik ging in interactie met de verschillende klasleerkrachten van grade 4 en zocht verschillende didactische posters uit. Op deze manier zet ik in op de leerrijke klasleeromgeving en het positieve klasklimaat. Iedere leerling leert op een andere manier. De ene heeft graag visuele ondersteuning, de ander leert luidop (auditief) of liever al doende… Om dit te ondersteunen moet je de leerlingen alle mogelijke leerwijzen eens laten uitproberen. En dit vonden de klasleerkrachten duidelijk ook. Waarom zijn de lokalen dan leeg zou je denken? Wel, daarvoor moeten we even terugkeren naar het beleid van de school. Zoals ik al eerder liet merken worden de leerkrachten niet echt ondersteund. Er is weinig (tot geen) budget beschikbaar per klas, dus is het ieder jaar opnieuw moeilijk om in te zetten op didactisch materiaal. Vele leerkrachten hadden al aanvragen ingediend, maar bleven met lege handen achter. Ieder jaar wordt hen materiaal beloofd, maar dit komt er niet. Tijdens de conferentie en op het internet vond ik tal van shops in Bloemfontein die prachtige en educatieve posters verkopen. Dankzij de verkoop van onze koekjes en de steun van stad Diksmuide kon ik de leerkrachten financieel steunen en de drie klassen aankleden. Ook zal ik een bijdrage leveren in het aankopen van schoolmateriaal zoals stoelen, borstels, bordenwissers, balpennen… (aangezien de school zeer grote klassen heeft). Een BAIE DANKIE (dikke merci) aan iedereen die mij hierin steunde!!! Om de klas ook wat aangenamer aan te kleden en de leerlingen te betrekken, maakte ik samen met hen birthday-hands. Ik drukte de sjablonen af, maakte enkele voorbeelden en zette hen aan het werk. Iedere leerling had z’n eigen hand, kon die naar hartenlust versieren en mocht er zijn/haar naam en verjaardag op schrijven. In het weekend lamineerden en knipten Luna en ik de 146 exemplaren en op maandag werden ze met plezier op de muur geplakt door de leerlingen. We startten de dag meteen met een luidkeelse Happy Birthday, want ja, er was iemand jarig! In de weken die volgden kreeg ik positieve feedback en sprongen er sporadisch enkele leerkrachten binnen in m’n klassen. M., de kleuterjuf van het derde leerjaar, die ondertussen een goede vriendin geworden is, schoot meteen in actie. Samen zochten we naar een mogelijkheid voor haar klas. Tussen het kletsen over de vakantie door maakten we verschillende bloemenkransen met de sjablonen volgens de maanden van het jaar. Zo kon ze ook in haar klas de verjaardagen visualiseren.
Het einde van onze buitenlandse ervaring begint te naderen… Na deze week werken we aan onze draagvlakverbredende opdracht voor de VVOB en maken we nog een allerlaatste trip richting Cape-Town. Ik kijk er naar uit om m’n familie terug te zien, maar voel nu al dat ik het hier enorm zal missen. Een reden om ooit terug te komen zeker? 😉 - L.L. ICOM 4.2 Samenwerken en netwerken / 4.6 Creativiteit tonen 4. The teacher as educator/innovator
0 Reacties
Beste bloglezers, Na een drukke week heb ik toch even tijd gevonden om terug stil te staan bij m’n stagervaringen. Vorig weekend was gevuld met het maken van examens Engels voor grade 4 a.d.h.v. het curriculum, waar ze hier zo in verstikt zitten. De leerkrachten krijgen voorgemaakte exemplaren van de Department, maar ik zag al gauw dat dit voor de meeste te moeilijk zou zijn. Ik stelde voor om die terug onder handen te nemen en opnieuw op te stellen. Ik ging aan de slag met dezelfde inhoud, maar gebruikte een groter lettertype, ondersteunende prenten, meer multiple choice vragen en iet-wat gemakkelijkere, klare taal. Ik zorgde voor voldoende plaats om te schrijven en een duidelijke titel met het bijhorende doel. Zo weten de kinderen ook waar ze op getest worden tijdens de examens. Op maandag kwam ik met m’n uitgetypte exemplaren aan, klaar om die te kopiëren. M’n mentor zei echter dat die eerst gecontroleerd moesten worden door de HOD, verantwoordelijke voor het onderwijsniveau van de school. In m’n pauze zocht ik de hele school af en vond ik haar natuurlijk in het laatste lokaal waar ik snel even binnensprong. Ik legde alles uit, maar zag dat ze het heel druk had. Ze beloofde me om alles diezelfde dag nog te ondertekenen en terug te bezorgen aan m’n mentor. Om 14u stipt stond de schoolbus op mij te wachten. Het was tijd om terug richting het centrum te vertrekken. Terug naar huis. De volgende ochtend kreeg ik echter te horen dat m’n mentor niets had ontvangen. Hij vertelde dat er nog een korte meeting was in de staffroom, maar dat ze daar niet te zien was. Daar stonden we dan, zonder examens, terwijl we een strak schema opgesteld hadden. We twijfelden geen seconde en spraken af om op te splitsen. Ik ging naar 4B om m’n nieuwe language game te introduceren en enkele oefeningen in het huiswerkboek te maken, terwijl m’n mentor de school rondging, op zoek naar de HOD. Na een volledig lesuur, kwam ze eindelijk toe op de school. Jammer genoeg zonder de ondertekende examens… We legden uit dat we met een schema werken die we graag zouden volgen. Ze begreep ons en na opnieuw een volledig lesuur kwam ze met de gecontroleerde versies. Gelukkig waren ze allemaal dik in orde! We trokken een sprintje naar de printer en gingen meteen aan de slag. 150 exemplaren, ja dat duurt wel een eindje… Tegen 12u konden we eindelijk met het eerste examen beginnen in 4A. We spraken af met de andere leerkrachten om te wisselen van uur zodat we ook nog ons examen in 4B konden afleggen. Oef, toch nog gelukt om ons schema bij te houden! Maar dan wist ik natuurlijk nog niet wat er nog allemaal zou gebeuren… Woensdag was een public holiday, dus geen school voor de kinderen. Dit had m’n mentor even over het hoofd gezien, dus bekeken we kort onze planning opnieuw. Die dag kregen we ook te horen van de principal dat alle punten online ingegeven moesten worden tegen vrijdag. Niemand wist van die datum en had hier geen rekening mee gehouden in de planning. Wij dus ook niet… Met de handen in ons haar herschikten we de examens en konden we ze uiteindelijk allemaal inplannen. We werkten aan een dubbel tempo en verdeelden de ingevulde examens, zodat we niet de hele avond moesten verbeteren. Iedere dag 280 exemplaren, daar kan je wel eens tegen opzien. We profiteerden van het coteachen en zoefden doorheen de week. Op donderdag en vrijdag wou ik ook m’n mentor wat betrekken bij het afnemen van de examens zelf. Dit vergt veel uitleg, want alle vragen worden stap voor stap overlopen zodat zeker alle kinderen mee zijn. Ik vroeg hem om de vragen met de inhoud die hij behandeld had in januari uit te leggen. Hij zag dit zeker zitten en ik greep mijn kans om rond te lopen in de klas. We werken met klassen van 57 leerlingen waarin het niet gemakkelijk is om iedereen in het oog te houden en te begeleiden als je alleen bent. Nu waren we echter met twee en kon ik rondlopen, de wat tragere leerlingen extra begeleiden, de snellere werkers aan het werk zetten en zoveel mogelijk vragen van de leerlingen oplossen. Ik communiceerde achteraf met m’n mentor over de aanpak en de geziene problemen. We beslisten samen om ook op vrijdag zo aan de slag te gaan. De kinderen kunnen er alleen maar baat bij hebben. Fantastisch! Op vrijdag probeerde ik O. te begeleiden. Ik wist dat hij het steeds opnieuw moeilijk had tijdens de Engelse les en het eigenlijk niet correct kan schrijven. Hij gebruikt een eigen verzonnen taal die zowel de mentor als ik totaal niet begrijpen (zie foto hierboven). Ik riep hem na het examen even bij me en overliep de vragen mondeling. Hij kon ze goed beantwoorden en bewees dus dat hij het wel degelijk begreep.
Dit deed me weer stilstaan bij de verschillende, inspirerende visies die we te horen kregen tijdens de conferentie. Ieder kind heeft ondersteuning nodig, naargelang zijn of haar noden. Ieder kind, ongeacht eender welke leerstoornis, zou de kans moeten hebben om ten volle bij te leren in een leerrijke omgeving. Wat als we nu geen co-teachen hadden toegepast tijdens de examens? Zouden we de noden van de kinderen opgemerkt hebben? Hoe kun je als leerkracht een groep van 57 kinderen ten volle begeleiden? Het is een vraag die mij al de volledige stageperiode bezighoudt. M’n mentor vindt het fantastisch om even het werk te kunnen verdelen en ziet zeker de voordelen van het coteachen. De grootte van de klassen zal steeds een uitdaging blijven, maar na deze drukke, maar boeiende week zien we zeker ook al mogelijkheden om hier mee om te gaan. Deze week (woensdag) start de paasvakantie en hebben we even een welverdiende rust. Ik trek er op uit met m’n papa en Tom (z’n reisgenoot) om even te genieten van de Zuid-Afrikaanse natuur. Jullie kunnen zeker een nieuw blogbericht verwachten na deze trip! Salang hantle (goodbye)! - L.L. ICOM 4.8 Zich handhaven in stressvolle situaties / 2.3 culturele veerkracht 4. The teacher as organiser Beste bloglezers, Hier ben ik weer met een update van mijn fantastisch en leerrijk verblijf in Bloem. Tijdens onze voorbije schoolweken kregen we de kans om de specialschool Carel Du Toit te bezoeken. Deze uitstap werd geregeld op verzoek van Julie, een medewerkster van de VVOB. De school is gelegen aan de andere kant van Bloemfontein en focust zich op de taalontwikkeling bij slechthorende kinderen. We kregen een rondleiding door de volledige school en gingen telkens 30 minuten langs in iedere klas. We werden er zeer vriendelijk ontvangen en waren onder de indruk van hun gezellige school, didactische methodes en overvloed aan motivatie. Ze werken op heel kleine schaal, zodat ze iedere individuele leerling op hun eigen niveau kunnen begeleiden. Het grootste probleem dat ze ervaren is het feit dat de ‘disability’ laat gediagnosticeerd wordt. Pas na 3-4 jaar komen ze bij hen terecht en zijn de golden language years natuurlijk al verloren... Misschien even schetsen. Een pasgeboren baby kan nog geen vloeiende zinnen spreken, maar “praat” wel degelijk. Al vanaf de geboorte proberen baby’s op verschillende manieren duidelijk te maken wat ze willen. Naarmate de taalontwikkeling vordert is de baby natuurlijk steeds makkelijker te begrijpen. En wat is het eerste middel dat een baby inzet als het niet begrepen wordt? Huilen natuurlijk. Dit is DE communicatiemethode bij uitstek om te laten weten dat hij/zij honger, dorst of een nieuwe luier nodig heeft. De volgende fase is het produceren van klanken en brabbelgeluidjes. Als je hier op gaat reageren, zal het kind dan ook al snel doorhebben dat dit ook werkt om aandacht te trekken. Daarna komen de eerste woordjes en zijn we al een jaar verder. Deze woorden evolueren naar twee-woordzinnen en het effectief begrijpen van simpele zinnen gaat ook al veel gemakkelijker. We schakelen na 2 jaar over naar drie-woordzinnen en voor je het weet, aan de leeftijd van 3 jaar, kan het kind al hele gesprekken voeren. Met deze bagage komen ze in de kleuterklas terecht. Maar wat als je deze boot nu gemist hebt? Wat als je kind oorproblemen heeft (of zelfs helemaal doof is) en hier niet mee kon experimenteren gedurende die drie jaren? Gelukkig komt hier vordering in, want ze werken nu nauw samen met het nabijgelegen ziekenhuis. Ze pleiten voor betere opvolging van de pasgeboren kinderen en een doorverwijzing naar hun school. Ze organiseren ook vormingen voor de ouders, zodat ze ook thuis aan een optimale ontwikkeling voor hun kind kunnen werken. Wat mij nu vooral is bijgebleven na dit bezoek, is het feit dat je hier heel veel geduld voor moet hebben. Iets wat voor mij waarschijnlijk soms een uitdaging zou zijn… Al geven de leerkrachten ook duidelijk toe dat dit niet elke dag zo vanzelfsprekend is. Samen met de leerlingen zetten ze ieder jaar hele kleine stapjes in de goede richting door hun creatieve en goed onderbouwde aanpak. Ze verdiepen zich dan ook echt in de medische fasen van het luisteren en spreken om hiermee aan de slag te gaan. Chapeau!
Alle kinderen hebben een aangepast gehoorapparaat en kunnen op deze manier de lichte vorm van gehoor die ze hebben gaan ontwikkelen. Net omdat ze dit bezitten, schakelen ze maar in één klas over op gebarentaal. In deze klas zitten de kinderen die medisch gezien de grootste problemen hebben. Gebarentaal is iets wat mij al langer interesseert, dus wou ik zeker in deze klas gaan observeren en (ook al zijn het wat kleine klassen) participeren. Net zoals in de kleuterschool werken ze met deze klas volgens verschillende thema’s per week (of meerdere weken). Op deze manier kunnen ze een rijke woordenschat aanbieden. Zo leren ze deze week over ‘ziek zijn’ en kennen ze ondertussen het gebaar voor ‘vuil/vies’ als ze hun tanden niet poetsen. Tijdens de knutselles maakten ze de tanden terug proper met witte verf (zie foto’s). Ik ging in interactie met de klasleerkracht en vroeg me af welke studies ze allemaal gevolgd had vooraleer ze hier terecht kwam. Ze behaalde de bachelor voor leerkracht lager onderwijs en specialiseerde zich in sign language als master voor twee jaar. Natuurlijk heeft ze eerlijk toe dat ze iedere dag nog bijleert, want ieder kind reageert anders en je kan het niet zomaar even gaan uitklaren a.d.h.v. woorden. Je moet inspelen op hun leefwereld en spontane gebeurtenissen met weinig woordenschat. Non-verbale communicatie is dus heel belangrijk. Je bent ook een opvoeder voor deze kinderen en moet ze met open armen ontvangen. Hebben ze een slechte dag, dan moet je hier samen met hen door. Je moet hier ruimte voor laten en hen met een big smile tot rust te laten komen. Een aanpak die je eigenlijk bij alle kleuters kunt toepassen natuurlijk. We sloten onze dag af in de klas van de directrice. Zij is een zeer gedreven vrouw die dus naast het lesgeven ook de administratieve taken op zich neemt. Zij werkt met de oudste kinderen die al de meeste woordenschat bezitten en ook het best kunnen horen. Doorheen haar carrière specialiseerde ze zich vooral op de muzische onderdelen. Zo gaat ze aan de slag met tekeningen en schilderijen om zo de emotionele toestand van de kinderen te kunnen ontrafelen. Tijdens de les die we observeerden gebruikte ze vooral muziek en gekende liedjes om de leerlingen ook nieuwe woorden aan te leren. Ze toonde met trots haar kleine klas waar ze al de hele week werkt rond het verhaal ‘de schildpad en de haas’ a.d.h.v. een poppenspel, prenten, woorden enzoverder. Met andere woorden, een geslaagd bezoek boordevol indrukken en leerrijke inzichten. Misschien wel iets waar ik me volgend jaar ook in kan verdiepen. Wie weet… - L.L. ICOM 2.4 Culturele ontvankelijkheid 8. The teacher as partner of external parties Beste bloglezers, Week 4 was voor mij een goedgevulde schoolweek vol uitdagingen met vallen en opstaan. Ik startte met volle moed op maandag met m’n wekelijkse spellingtest. De leerlingen kennen ondertussen dit systeem en ik kon zeer efficiënt te werk gaan. Of dat dacht ik toch… Ik probeerde een stapje verder te gaan, want dat leek mij wel mogelijk na één maand. Ik gaf hen een huiswerkje mee. Ze kregen de opdracht om de woorden die ze fout hadden 3x correct over te schrijven in hun werkboek. De juiste antwoorden kwamen aan het bord. Ik zag het als een laagdrempelige opstap om huiswerk te introduceren. Twee dagen later merkte ik echter dat minder dan de helft z’n huiswerk had gemaakt. Ongewild voelde ik een soort frustratie. Was ik niet duidelijk genoeg dan? Het was toch niet zo’n grote opdracht? Ik wist dat ik even een stapje terug moest nemen…Wat i.v.m. de thuissituatie van de kinderen? Iets waar ik tijdens deze stage totaal geen zicht op heb, maar mij wel iets bij kan voorstellen. Ik ging in gesprek met m’n mentor en vroeg hem of hij dit ook al had meegemaakt. Of hij dus ook al zo tegen de lamp was gelopen… Hij gaf aan dat huiswerk een verloren zaak is bij deze kinderen. Ze worden niet gesteund van thuis uit. Zo hebben ze niet voldoende schoolmateriaal thuis, kunnen de ouders vaak onvoldoende Engels en wordt hun boekentas niet meer opengedaan als ze thuiskomen. Heel even kon ik me inbeelden wat voor grote opdracht ik hen wel niet heb meegegeven. Eén leerling kwam naar mij en toonde met trots z’n huiswerk. Ja, hij had het gemaakt en was op tijd. Het stond vol fouten, maar ik kon hem alleen maar aanmoedigen voor het feit dat hij wel z’n boekentas aan z’n ouders getoond had en wel inzet toonde om ook thuis aan z’n Engels te oefenen. Op dinsdag leerde ik hen iets meer over command verbs bij instructions, commands en directions a.d.h.v. mijn pictogrammen, de language game ‘Simon Says’ en een actieve uitbeeldoefening. Ik had alles goed voor ogen en zorgde ervoor om met een simpele insteek toch de doelen van het curriculum te behalen voor grade 4, want dat is hier een grote uitdaging. In 4B liep het even volledig mis. Ze begrepen mij totaal niet een staarden me aan alsof ik net in 5 minuten de stelling van Pythagoras had uitgelegd. Ik merkte dit al gauw op en stuurde mezelf bij. Iedere dag geef ik dezelfde Engelse les aan drie verschillende klassen. Ik vind dit fantastisch om mezelf bij te sturen en meteen al enkele spontane aanpassingen uit te voeren. In 4A verliep alles zeer vlot. Ze deden enthousiast mee met de language game en konden m’n uitleg in eigen woorden herhalen. Iets wat voor hen niet gemakkelijk is. Op woensdag bouwde ik hierop verder. Zoals ik al zei, was het een goedgevulde schoolweek met iedere dag wel nieuwe uitdagingen. Zo gaf ik op donderdag een les over de progressive tense. Ja, je zou denken, hoe kun je dit nu simpel, aantrekkelijk en didactisch goed onderbouwd maken voor grade 4? Het leek me ook even een raadsel toen ik achter m’n computer zat, maar ben zeer tevreden met het behaalde resultaat. Ik probeerde eerst de leerlingen hun geheugen op te frissen door de tijdlijn past/present/future terug boven te halen. Ik speelde in op hun leefwereld en vroeg wie een kleinere broer of zus heeft. Ze vertelden kort over hun leuke momenten, maar ook hun alledaagse ruzies. Want ja, kleinere broers of zussen kunnen nu eenmaal soms wat ambetant zijn. Ik las hen een verhaal voor over Diego, die vier jaar oud is en duidelijk alle aandacht van z’n moeder opeist. Het verhaal was geschreven in de present simple en de present progressive. Ik maakte gebruik van woordkaarten om de structuur te visualiseren en liet hen de vervoeging van TO BE opzeggen a.d.h.v. een dansje. Ik liet hen dus met andere woorden weer niet stilzitten. Als verwerking maakten ze twee kleine opdrachten in hun werkboek met het bordplan als ondersteuning.
Voor ik het wist, zaten we al aan de laatste dag van de week. Ik kreeg de opdracht om een toets rond reading comprehension, opgebouwd door The Department, over te nemen. Ik merkte al snel dat dit niveau te hoog lag voor de kinderen en ging hierover in interactie met m’n mentor. Hij vond het echter belangrijk om deze tekst te gebruiken, net omdat de subject advisors vaak komen controleren. Ik begreep hem volledig en bood aan om eventueel kleine aanpassingen aan te brengen. We bespraken samen de knelpunten en hiermee ging ik aan de slag. Ik zorgde voor een groter lettertype, vet gedrukte titels en een prent met een visuele voorstelling van de ‘life cycle of the butterfly’, want dat was de inhoud van de tekst. Tijdens het lesgeven gaf ik hen voldoende tijd om op hun tempo te werken. Dit betekende dat er drie groepen ontstonden. Enkelen konden dit zelfstandig en liet ik voorlopen. De meeste volgden stap voor stap mee met mij en enkelen gaf ik achteraf nog 10 minuten extra omdat ze duidelijk moeite hadden met lezen. Doorheen de les stelde ik hen ook gerust dat ze voldoende tijd hebben om goed na te denken. Ik had de vragen ook opgebouwd met een stijgende moeilijkheidsgraad om onbewust wat te motiveren. Toen mijn les over was, zag ik één leerling die even in zak en as zat. Ze had moeite met de vragen en kon zich helemaal niet concentreren. Gelukkig was het net breaktime en kon ik haar gerust stellen met het feit dat ze mee kon komen met mij naar de staffroom. Daar overliep ik de laatste vragen nog eens samen met haar en liet ik haar in alle rust en stilte antwoorden. Ik merkte als snel dat ze het volledig begreep en mij zelf meer kon vertellen dan nodig was. Ze kon haar duidelijk gewoon niet concentreren door de spelende kinderen buiten. Dit deed me even denken aan de conferentie van vorige week, waar ze steeds weer herhaalden hoe belangrijk het wel niet is om in te spelen op de noden van de kinderen en ervoor te zorgen dat iedereen voldoende, eventueel aangepaste kansen krijgt. Toen ze klaar was gaf ze mij spontaan een knuffel en een kus op de wang. Ze glunderde en huppelde naar buiten. Beter kon ik mijn week niet afsluiten! Ik vond het fijn om deze week volledig m’n ding te doen, maar ook alles te kunnen bespreken en beoordelen met m’n mentor. De samenwerking loopt beter en beter en we leren tijdens deze periode zeker van elkaar. Op naar de volgende stageweek! - L.L. ICOM 4.1 Zelfstandig functioneren 3.The teacher as matter expert Met mij gaat alles goed! Hopelijk met jullie ook? We zijn ondertussen bijna een maand verder en ik heb terug een hele hoop om over te reflecteren. Onze planning werd vorige week plots onderbroken. African time is african time zeker? De voorbije drie dagen woonden we een conferentie over inclusief onderwijs bij, georganiseerd door Free state Department of Education, in de Kopano Nokeng Lodge. De iet-wat-onverwachte uitnodiging kwam van Elmien. Zij is verantwoordelijk voor onze stagescholen en stelde ons voor aan verschillende subject advisors, leerkrachten en the Head of Department. Met de nodige stress stelde ik ons project voor aan het publiek. De drie dagen waren gevuld met leerrijke en sterk gefundeerde lezingen vol informatie omtrent dyslexie, dyspraxie, dyscalculie, autisme, epilepsie, inclusie, full service schools enzoverder. Natuurlijk kregen we al veel van deze inhouden mee vanuit onze opleiding. Juist daarom was het voor mij zeer verrijkend om deze inhoud in een volledig andere culturele context te plaatsen. Hoe gaan zij hiermee aan de slag? Welke theorieën en technieken bieden ze aan op vlak van inclusie? Wat zien zij als haalbare aspecten? We bleven er iedere avond overnachten in het nabijgelegen hotel en raakten aan de praat met vier specialisten. Ze vertelden ons over hun werk hier in Zuid-Afrika, maar ook over algemene, culturele opvattingen. Luna en ik stelden ons de vraag of deze conferentie veel invloed zou hebben op de praktijk. Het zit namelijk zo dat er vooral subject advisors en supervisors aanwezig waren. Zij krijgen de taak om de inhoud van deze conferentie over te brengen aan de leerkrachten die in het werkveld staan. Deze tussenstap zorgt blijkbaar vaak voor problemen. Ze hielden geen doekje voor hun mond en vertelden rechtuit dat het waarschijnlijk niet veel zou uitmaken. Ze zien het vaak niet zitten (en terecht ook, de scholen zijn vaak onbereikbaar) om deze workshops door te geven. Ze knikken wel voortdurend van ja, maar zien het niet voor mogelijk. We spraken hierover met de twee leerkrachten van Kgato Primary school, die wel vol overtuiging aanwezig waren, en ontwikkelden het idee om hen te ondersteunen in de workshops. Samen met Luna zullen ze de presentaties voorbereiden. Gedurende deze conferentie hadden ook onze docenten een workshop georganiseerd in The President Hotel, in het centrum van Bloemfontein. Ze kwamen de week daarvoor op bezoek in onze basisscholen en maakten verschillende foto’s en filmpjes. Ook vroegen ze naar onze ervaringen, bedenkingen en belevenissen. Zo konden ze hun workshop aanpassen aan de Zuid-Afrikaanse praktijk. Het leek ons dan ook interessant om deze workshop bij te wonen en eventueel te helpen. Ik lichtte Elmien in over onze situatie en vroeg of we niet één namiddag konden missen van de conferentie, omdat we ook onze docenten uit België wilden steunen. Twee vliegen in één klap, niet?
Dit was natuurlijk geen probleem. We bestelden een taxi en ontmoetten er terug verschillende subject advisors, leerkrachten en enkele bekende gezichten van de VVOB. We konden er duidelijk de transfer maken: we verplaatsten de gezien leerstof naar de interculturele context door o.a. aandachtig te luisteren naar de input van de subject advisors. Zaterdag, na de parkrun, namen we afscheid van Lien en Ann. Voor ik naar Zuid-Afrika vertrok had ik het idee dat het bezoek van de docenten zeer strikt en controlerend zou zijn. Dit was echter helemaal niet het geval. We konden het goed met elkaar vinden en gingen dan ook samen op stap in het weekend. Het was fijn om eens terug volledig in het West-Vlaams te communiceren. Toen ik maandag terug op school arriveerde, merkte ik echter dat de leerkrachten niet op de hoogte waren van deze conferentie. Ze kwamen naar me toe en dachten dat ik ziek was voor drie dagen! Het was nochtans de directrice die mij op de hoogte had gebracht van dit initiatief en mij beloofd had om mijn klasmentor in te lichten. Dat was duidelijk niet gebeurd… Ze waren erg ongerust, maar blij dat ik veel kon vertellen over de verschillende lezingen. De directrice is vaak afwezig en ondersteunt de leerkrachten niet. Ze maakten mij duidelijk dat je best niet vertrouwt op haar communicatie en zelf de betrokken personen inlicht. Velen voelen zicht onderdrukt en willen liever in een andere school lesgeven. Ik luisterde naar hun verhalen en voelde de spanning. We kwamen samen tot dezelfde conclusie: We zijn hier voor de toekomst van de leerlingen! - L.L. ICOM 2.2 Culturele flexibiliteit 9. The teacher as member of the education community Zoals jullie (misschien nog niet) weten post ik hier mijn ervaringen, bedenkingen, bewonderingen, gedachten en avonturen op één pagina a.d.h.v. reflecties. Ik wil er al meteen invliegen, want ik heb al een heleboel te vertellen. Voordat we naar Zuid-Afrika vertrokken kregen we de opdracht om onze kwaliteiten en werkpunten als leraar op te sommen. Doorheen onze volledige opleiding reflecteerden we steeds a.d.h.v. de basiscompetenties van een leerkracht. Deze blijven natuurlijk belangrijk. Hierbij wil ik concreet verder bouwen op ‘leerkracht als innovator’ (ik wel verder openstaan voor verschillende en innovatieve werkvormen, materialen en methodes), ‘leerkracht als organisator’ (ik weet dat dit in Zuid-Afrika helemaal anders verloopt en wil hier de gulden middenweg in zoeken) , ‘leerkracht als lid van het schoolteam’ (inzetten in vergaderingen, activiteiten, overlegmomenten...) en ‘leerkracht als inhoudelijk expert’ (Engels sprak me voordien al sterk aan en ik wil me hierin verdiepen) naast de andere competenties. We komen in een andere context terecht en worden ook geconfronteerd met een andere taal. In mijn geval sluit dit zeer sterk aan bij m’n project, net omdat we Engelse les geven. Hier ga ik straks verder op in. De Engelse taal interesseert me al langer dan vandaag en staat me zeker niet in de weg. Ik neem initiatief en kan me op een goede manier uitdrukken. Ik zie een kans om hier in te groeien, zowel in het lesgeven als in de contacten met leerkrachten, locals enzoverder. Voor deze specifieke stage in het buitenland werken we ook rond de internationale competenties. Deze doelstellingen sluiten aan bij de nieuwe context waar je in terecht komt en bundelen de verschillende elementen. Naast die taalvaardigheid kom je ook andere culturen, gewoonten, waarden en normen tegen. Doorheen m’n reflecties zal ik verwijzen naar deze competenties door de juiste cijfercombinatie tussen haakjes toe te voegen. Ons project, in samenwerking met de VVOB, spitst zich toe op de overgang naar grade 4. Tot en met grade 3 krijgen de leerlingen de lessen in hun moedertaal (Setswana en Sesotho) en worden de eerste stapjes in de Engelse taal gezet. Vanaf grade 4 worden alle lessen in het Engels gegeven en dit loopt voor de leerlingen soms zeer moeizaam. Ze beheersen de taal nog niet voldoende en begrijpen hierdoor vaak de inhoud van de les niet. Wij zetten in op de lessen Engels en denken na over taalgericht vakonderwijs en een krachtige taalleeromgeving. We kunnen dit zeker terugkoppelen naar België waar we merken dat vele leerlingen niet het Nederlands als moedertaal hebben. Hier is het ook belangrijk om deze leerlingen te begeleiden en de taal geen barrière te laten vormen. Tijdens de eerste week maakte ik kennis met de drie klassen (4A, 4B en 4C) en probeerde ik zoveel mogelijk te observeren en te participeren. De school kampt echter met een probleem, waardoor dit soms niet lukte en ik mijn observatie- en situatieanalyse nog niet zo grondig kon uitwerken. Ze hebben namelijk geen leerkracht voor Maths en SS (social science) waardoor de klassen vaak alleen zijn. Ja, zelfs tot drie uur lang… De leerkracht Engels (mijn mentor) vindt dit, samen met de andere leerkrachten van grade 4, zeer jammer en probeert soms in te springen. Zo splitsten we eens op en gaf ik reeds deze week m’n eerste lessen (4.4). Naargelang het einde van de week merkte ik echter dat ook deze leerkrachten vaak te laat komen en hun leerlingen tot 30 minuten lang alleen laten in hun klaslokaal. Na tal van gesprekken met verschillende leerkrachten kwam ik er al snel achter dat het leven als leerkracht in Zuid-Afrika geen lachertje is. Je staat dagelijks voor verschillende klassen van gemiddeld 45 leerlingen, wordt niet goed betaald en wordt gezien als de oorzaak van de slechte resultaten van de leerlingen, ook al doe je echt je best. Ik begrijp hun context volledig en probeer me hier dan ook in te leven. Ze vinden het ook zeer fijn om verhalen te horen over België en zo te merken dat ook wij met gelijkaardige didactische problemen zitten, vooral op vlak van taal (2.1/2.2).
Nadat ik toch een drietal lessen kon observeren, merkte ik al snel dat de leerlingen veel fouten maakten tijdens het schrijven. Ze kennen de gepaste schrijfwijzen vaak niet en zelf als ze een zin van het bord moeten kopiëren, sluipen er fouten in. Omdat ik ook al snel alleen voor de klas stond, speelde ik in op de tekst die ze hadden gezien en zorgde voor een klein dictee als een herhaling (4.4). Ik vroeg hen ook naar zaken die ze graag doen, eten of zien en stak ook hiervan enkele voorbeelden in. Ik kwam al snel aan 10 woorden en liet hen oefenen. Verbeteren is in deze school zeer belangrijk, dus wou ik hier ook aan voldoen. Ik zag de mogelijkheid om de leerlingen ook eens zelf te laten verbeteren en liet hen het dictee van hun buur nakijken. A.d.h.v. die verbetering leerde ik hen ook kennismaken met het puntensysteem. Hoeveel heb je op 10 als je twee fouten hebt? Hoeveel heb je op 10 al je 5 fouten hebt? Niet slecht denk ik, als ze al zo lang geen wiskunde meer hebben gehad… Ik toonde alles voor op het bord en liet hen zelf met een andere balpen hun buur helpen. Vele leerlingen vonden dit zeer fijn en deden echt hun best om zo mooi mogelijk te schrijven. Om ook het klassieke onderwijzen en het steeds stilzitten eens te doorbreken, nam ik de kans om ook de uitspraak van de woorden goed in te oefenen. Ik splitste de woorden samen met de klas in lettergrepen en liet die luidop klappen, stampen en springen (4.6). Er mocht ook telkens één leerling naar voor komen om het juiste voorbeeld voor te tonen. Hiermee wou ik hen sterk benadrukken dat ze wel degelijk Engels kunnen en niet mogen opgeven. Positieve feedback is volgens mij een belangrijk element om het leerproces van een kind te bevorderen (4.1/4.3). Om mijn leerrijke week af te sluiten, woonde ik op vrijdag een eerste meeting in de staffroom (leraarskamer) bij. Na 30 minuten wachten, en bijna te vertrekken samen met de andere leerkrachten, kwam de deputy (die nauw samenwerkt met de directrice) binnen. Ze maakte meteen duidelijk dat het om iets belangrijks ging en dat iedereen best zou luisteren. Gelukkig sprak ze in het Engels, want hoe hard ik het nu ook al probeer, Setswana is echt niet gemakkelijk om te volgen en te begrijpen. In mijn stageschool (Gonyane Primary school) werken ze met een SGB, een team dat in contact staat met de ouders en dan ook de nodige communicatie regelt. Dit team wordt om de drie jaar verkozen zodat alle leerkrachten hier eens mee in contact komen. Tijdens deze vergadering zouden de nieuwe leden verkozen worden a.d.h.v. een open stemming, maar wanneer de nominaties zouden starten, werd het meteen muisstil. Ik dacht terug aan het gesprek dat ik eerder deze week had met een leerkracht uit grade 5. Ze maakte me duidelijk dat ze soms door de bomen het bos niet meer ziet en iedere dag met bergen werk naar huis gaat. De leerkrachten hebben nu al te veel werk, dus waarom zouden ze nog spontaan mee werken met de SGB? Na enkele lange stiltes en aanmaningen van de deputy werden er uiteindelijk enkele leerkrachten uitgekozen. Enkele leerkrachten gaven hun mening mee (wel in hun eigen taal) en waren het er duidelijk niet mee eens. Er werd gestemd en na wat mompelen werden de leden uitgekozen. Ik merkte een bedrukte sfeer bij de vrouwelijke leerkrachten, omdat er vier mannelijke en één vrouwelijke leden gekozen werden. Ik vroeg hen waarom ze zelf niet wilden meedoen en kreeg het verwachte antwoord: we hebben het al zo lastig. Ik wilde hier op verder gaan, maar m’n vervoer stond op me te wachten. Ik hoop hier volgende week nog wat meer op in te gaan (1.3). Zo, dit was mijn eerste week in Gonyane Primary School in Phahameng, Bloemfontein. - L.L. |
AuteurIk ben Lore Lemahieu, laatstejaarsstudente lager onderwijs aan VIVES campus Brugge. Archieven
April 2018
Categorieën |